Voor de procedure

Percutane nefrolithotomie wordt meestal onder algehele narcose in het ziekenhuis uitgevoerd. U bent niet wakker tijdens de operatie en u voelt geen pijn dankzij de algehele narcose. In zeldzame gevallen kan de eerste stap van de procedure op de radiologieafdeling worden uitgevoerd. Nadat u naar de operatiekamer bent overgebracht, krijgt u algehele narcose.

Tijdens de procedure

Om te beginnen wordt een naald in de urinekamer (kelk) van de nier ingebracht. De weg die deze naald aflegt, vormt de toegang voor de procedure. Een chirurg of getrainde radioloog begeleidt de plaatsing van de naald door middel van röntgenfoto's, CT-scans of echografie. Dit kan gebeuren op de operatiekamer of op de afdeling radiologie. Mogelijk wordt er een flexibele slang (katheter) vanuit de blaas en de urinebuis naar uw nieren gebracht. De urinewegen beginnen met de urinebuis, een buis waardoor de urine naar buiten stroomt. De verbinding tussen een nier en een blaas is de urineleider. Via deze katheter wordt een kleine camera ingebracht, zodat uw arts de naald kan zien terwijl deze in de nier wordt ingebracht en tijdens andere operaties. Vervolgens brengt de chirurg een buis (sheath) in langs de route van de naald. De chirurg breekt de stenen en verwijdert ze met behulp van speciaal gereedschap dat door de sheath loopt. Vervolgens kan via dezelfde doorgang een nefrostomiebuis worden ingebracht. Tijdens het herstel kan een patiënt via deze buis een zak met urine buiten zijn of haar lichaam dragen. Als er tijdens de genezingsperiode meer nierstenen of fragmenten verwijderd moeten worden, biedt deze buis extra toegang tot de nier. De nierstenen worden naar een laboratorium gestuurd om te controleren om welk type het gaat. Als uw zorgverlener weet welk type nierstenen u heeft, kan hij of zij u tips geven om toekomstige nierstenen te voorkomen.

Na de procedure

Na de operatie moet u mogelijk 1 tot 2 dagen in het ziekenhuis blijven. Gedurende 2 tot 4 weken na de operatie moet u mogelijk fysieke activiteit vermijden die uw wond belast. Na ongeveer een week zou u weer aan het werk moeten kunnen. Als u na de operatie drainagebuizen in uw nieren heeft, wees dan alert op bloedingen. Als u bloed of grote ketchupachtige klonten in uw urine of drain aantreft, ga dan naar de spoedeisende hulp. Raadpleeg uw huisarts of het operatieteam als u koorts of koude rillingen heeft. Dit kunnen tekenen zijn van een infectie en u heeft mogelijk dringend zorg nodig. Als u ernstige pijn ervaart die niet reageert op pijnstillers, neem dan contact op met uw arts.

Resultaat

Na de operatie komt u 4 tot 6 weken later bij uw chirurg of huisarts voor een controleafspraak. Als u een nefrostomiekatheter heeft voor drainage, kunt u mogelijk eerder naar huis. Mogelijk wordt er een echo, röntgenfoto of CT-scan gemaakt om te controleren op eventuele achtergebleven nierstenen en om te controleren of de urine goed uit de nier stroomt. Uw chirurg verwijdert de nefrostomiekatheter na toediening van een plaatselijke verdoving, indien van toepassing. Uw chirurg of huisarts kan bloedonderzoek adviseren om de oorzaak van de nierstenen te achterhalen. U kunt ook bespreken hoe u in de toekomst meer nierstenen kunt voorkomen.